Confidenties Boek Twee recensie De Leeswolf

Koen Sels

De tweede reeks ‘Confidenties aan een ezelsoor’ van auteur en theatermaker Frank Adam heeft als ondertitel ‘De Wereld’, maar de reis die Adams fabelezel in de bundel onderneemt, leidt ons veeleer doorheen een mentaal landschap van obsessies dan langs reële steden en continenten.

Het is een beproefde literaire methode, die reminisceert aan een groteske traditie waarin de naakte mens het lillend vlees laat zien dat hij onder zijn keurslijf verbergt.

Of zoals Adam bij wijze van intentieverklaring in de proloog stelt:

‘Geen groots en meeslepend werk wil de Confidenties zijn, dat de Geschiedenis en de Wereld in hun geheel en tot in hun diepste geheimen beoogt te doorgronden, maar een bescheiden boekje, een klein bestiarium van de moderne mens, waarin de nieuwsgierige lezer eindeloos kan speuren naar de vele mysterieuze gedaanten van de Ander in zichzelf.’

De vijftien Confidenties leiden je doorheen een abstract landschap waarin de ezel telkens kennismaakt met een of meer bizarre personages.

Doorheen de conversaties die de ezel voert met zijn wereldgenoten, openbaart zich een zoektocht naar openbaringen van anderen, maar algauw komt hij oog in oog te staan met zichzelf, letterlijk zelfs wanneer hij in ‘De lifter en zijn 4×4’ de woestijn doorkruist en in de luchtspiegeling van de lifter zijn persoonlijke verlangen naar vrouw en kind herkent.

In ‘De Antichrist en het Jaar van het Grote Bloedbad’ neemt het zelfinzicht zelfs apocalyptische vormen aan, wanneer gesuggereerd wordt dat de ezel zelf de antichrist zou zijn.

De aanvankelijk afstandelijke chroniqueur lijkt ten slotte vooral op zoek te zijn geweest naar wat hij niet van zichzelf kon vermoeden.

Met terugwerkende kracht zijn alle gesprekspartners van de ezel dan ook tot op zekere hoogte afsplitsingen van hemzelf.

En van de ‘nieuwsgierige lezer’, die zich vol afschuw kan herkennen in de angsten, de emoties of de geperverteerde driften van o.m. de pooier, de hooligan of de zelfmoordenares.

Ondanks de fabuleske en soms ook spirituele ondertoon verwijzen de Confidenties indirect ook naar een maatschappelijke werkelijkheid.

Oorspronkelijk verschenen als kroniek bij de boekenbijlage van De Morgen, vormen ze nl. ook een alternatief journalistiek dagboek, met personages die in hun vaagheid ook een waanzinnige actualiteit oproepen, waarin infantilisering, depressie en egoïsme, maar evengoed de behoefte aan menselijke warmte welig tieren.

De religie neemt daarbij bv. De vorm aan van het klassieke trio van de rabbijn, de imam en de kardinaal, maar er duikt ook een leesbevorderaarster op.

Sleutelfiguren waarachter je beroemde namen moet zoeken zijn dat dan wel niet, maar in hun archetypische karakter verwijzen ze wel naar tendensen in het nieuws van alledag.

Ondertussen kan de lezer vaststellen dat ook hij deel uitmaakte van diezelfde wereld, en dat ook hem niets menselijks vreemd is.

Dat alles biedt uiteraard een dankbaar speelterrein voor de tegendraadse illustraties van Klaas Verplancke. De tekenaar leeft zich zichtbaar uit in het uitbeelden van Adams freaks en mutanten.

Verplancke neemt Adams verhaalelementen uiteen om ze opnieuw te combineren tot uitzinnige breugeliaanse taferelen waarin het naakte vlees zegeviert.

Scatologische details en allerlei vulgariteiten zijn dan ook nooit ver weg, en het zijn dan ook vooral de tekeningen die de soms eerder ingetogen en melancholische vertellingen van Adam echt een scherp randje verlenen.

In samenspel vormen tekst en illustraties misschien inderdaad geen ‘groots en meeslepend werk’, maar de Confidenties bieden alleszins wel pittige en provocerende hedendaagse parabels, die bovendien niet gespeend zijn van grote vragen en gevoelens.