Pers: De Caïro Cahiers (Steps Magazine)

Hometown Frank Adam

Gwendolien Sabbe
Stepsmagazine, januari 2007

“Ik verlangde in mijn Brugse jeugd heel erg naar ‘ergens ánders’, naar ‘ándere tijden’, en naar ‘het andere geslacht’… .”

Schrijver, theatermaker en acteur Frank Adam is prettig gestoord. Wie schrikt van deze krasse uitspraak is duidelijk nog niet in aanraking gekomen met de fantasie, levensvreugde en humor in zijn kinderversjes, fabels, verhalen, theatervoorstellingen en zijn nieuwste pennenvrucht ‘De Caïro Cahiers’.

Je bent geboren in Brugge. Wat zijn je jeugdherinneringen aan de stad?

“Tot mijn vierde woonde ik in Sint-Kruis. Later groeide ik op tussen de velden van Sijsele. Ik heb twaalf jaar school gelopen aan het St-Franciscus-Xaverius Instituut, de zogenaamde Frères. Vroeger identificeerde ik de stad helaas heel erg met school. De Frères was een jongensschool. Het toenmalige katholieke opvoedingssysteem was nogal sterk gericht op tucht en ascese. Ik verlangde in mijn Brugse jeugd met andere woorden heel erg naar ‘ergens ánders’, naar ‘ándere tijden’, en naar ‘het andere geslacht’… . Verder herinner ik me de sportmomenten. Ik was een sportfreak. Ik speelde in het Voetbalteam van de Frères, de Krachtbalclub Sijsele en deed samen met een broer intens aan atletiek.”

Nu woon je in Oedelem. Het Brugse Ommeland is een prachtige regio, met hoekjes en kantjes die vaak al te weinig gekend zijn. Welke plekken zijn bijzonder voor jou?

“Vergeef me mijn chauvinisme, maar heel bijzonder vind ik mijn dagelijkse panorama: vanuit mijn werkkamer kijk ik uit op Mount Oedelem, ofte ‘Oedelem-Berg’. Van kindsbeen af vond ik het heerlijk om puffend en zwoegend die berg op te koersen. Het was mijn droom om ooit op zijn top of aan zijn voet te kunnen wonen. Het was, bij gebrek aan hoger en indrukwekkender, mijn ‘klein Zwitserland’. Vanuit mijn werkkamer de jaargetijden zien veranderen is een behoorlijke ‘Zen-ervaring’.
Verder hou ik van de streek rond Moerkerke bij de twee kanalen ‘de Blinker en de Stinker’. Ik ravotte er in mijn jeugd op boerderijen en in de velden. Mijn ouders zijn uit die streek afkomstig. Op het einde van de Tweede Wereldoorlog moesten ze als kind tijdens hevige bombardementen vluchten. Door hun vele oorlogsverhalen is het alsof ik er toen bij was. Als ik de streek bezoek is het soms alsof ik naar mijn eigen jeugd terugkeer, hoe absurd dat ook mag klinken.”

Je werkt al een aantal jaren samen met Kunstencentrum De Werf. Hoe is het allemaal voor jou begonnen?

“Ik schreef de tekst voor een jongerenproductie Wakitchaga, geregisseerd door Rik De Jonghe en gespeeld door onder andere Jorre Vandenbussche. Twee theatermakers met wie ik in de toekomst opnieuw aan de slag zal gaan. Hopelijk met evenveel succes als destijds. Want Wakitchaga was een succes over de hele lijn: positieve theaterkritieken, een mooie speellijst, zelfs een opvoering in Amsterdam, en mijn theatertekst werd bekroond met de Provinciale Prijs Letterkunde voor Dramatische Kunst.
In De Werf kom je altijd een beetje ‘thuis’, als in een familie. Er is koffie, iets te eten en een vriendelijk woord. De Werf is ook als vanouds een plek waar je als kunstenaar mag groeien, waar je niet wordt opgeofferd aan de IJzeren Wetten van één of ander Hoger Beleid of Groot Plan.”

Wat zijn je favoriete plekjes in de stad?

“Ik trek slechts nu en dan eens naar Brugge om te ontspannen. Favoriet of toch heel bijzonder vind ik de crypte van de heilige Bloedkapel. Jaren geleden heb ik er samen met een aantal artistieke kompanen een polyfonisch concert georganiseerd, dat gedirigeerd werd door Bart Demuyt, huidig artistiek directeur van het Concertgebouw. Gek misschien in een rubriek als ‘hometown’, maar het is een plaats waar je een erg universeel gevoel krijgt.”

In 2006 won je met ‘De Passie van de Puber’ de Prijs Knokke-Heist voor het Beste Jeugdboek 2006. In november kreeg je in Brugge de Prijs Letterkunde van de Provincie West-Vlaanderen. Wat betekenen die prijzen voor jou?

“Die prijzen vind ik zelf ontzettend belangrijk. Ik beschouw ze als een erkenning. De Prijs Knokke-Heist betekent niet alleen een mooie prijzenpot, maar heeft ook een bekwame vakjury die net zo goed een Gouden Uil jury kan zijn. Bovendien gebeurt de jurering anoniem. Niemand wist met andere woorden dat ze Frank Adam hadden bekroond. Dat vind ik persoonlijk een zeer grote verdienste.
De Provinciale Prijs Dramatische Kunst was een bekroning niet alleen voor mijn libretto Urt!, maar ook voor vrijwel alle theaterteksten die ik de laatste vier jaar heb geschreven.
Het was ook tijd dat deze positieve signalen er kwamen. In De Standaard van enkele weken geleden lees ik het volgende: “Bekentenissen aan een ezelsoor herinnert u zich nog wel: dat veelkleurige feuilleton op de laatste bladzijden van De Standaard Magazine. De tekst was van Frank Adam, de (te) vaak over het hoofd geziene Vlaamse schrijver.’ Als De Standaard al zegt dat je wel wat meer aandacht verdient, wie ben ik om dat tegen te spreken?”

Waar ben je momenteel mee bezig?

“Tot maart ben ik samen met componist Johan De Smet op toernee met mijn absurde fabels ‘confidenties aan een ezelsoor, opnieuw een productie van De Werf. Tegelijkertijd begint een nieuwe reeks fabels in De Morgen, die op het einde van de rit wordt gebundeld in een tweede boek (Davidsfonds/Literair).
Ondertussen schrijf ik voor De Werf aan een nieuwe kindertheatertekst ‘De Zonen van Zurg’, voor de broer-acteurs, Gert en Jo Jochems. Acteur-theatermaker Jorre Vandenbussche zal ze coachen. Het stuk gaat 6 april in première in De Werf.
Verder nodigde Het Centre Departemental de Résidence d’Ecrivains Européens me uit om in het voorjaar als ‘writer in residence’ het manuscript van Confidenties II af te werken in de Villa Mont Noir, het geboortehuis van schrijfster Marguerite Yourcenar in Frankrijk.
Als dat allemaal achter de rug is zijn we al begin juni. Dan wil ik eens met vakantie.”

(Kaderstuk)

Welke muziek klinkt er bij jullie thuis?

“Ik hou van alle genres, gaande van klassieke muziek, stevige rock, pop, jazz, wereldmuziek, opera, symfonische muziek tot fanfare en harmoniemuziek. Ik ben trouwens als vanouds een vurige fan van de plaatselijke Oedelemse harmonie St-Cecilia. Zelf bespeel ik de mandoline van toen ik negen was. Iemand die mij dierbaar is en met wie ik meer dan de helft van mijn leven wekelijks heb gemusiceerd is heel plotseling overleden. Dat verlies heb ik verwerkt in mijn onlangs verschenen Egyptische dagboek De Caïro Cahiers.”


Met wie zou je nog graag eens aan tafel zitten?

“Met God. Ik zou hem graag vragen waarom hij niet bestaat.”

‘Confidenties aan een ezeloor’ dicht bij huis te zien op 1 maart in cc De Brouckhère in Torhout en op 17 maart in De Werf, Brugge. Meer info: www.dewerf.be of tel. 050 33 05 29.

Frank Adam in de boekenwinkel:

De Caïro Cahiers (Davidsfonds/Literair)
Confidenties aan een ezelsoor, absurde fabels. (Davidsfonds/Literair) Confidenties! liederen van Johnny Smet en Frank Adam. (Davidsfonds/Literair en De Werf)
De Passie van de puber (Davidsfonds/Infodok)