Mijn mond eet graag spinazie maar ik niet (kinderpoëzie, Querido, 2002)

Frank Adam - Mijn mond eet graag spinazie maar ik niet

Tien dingen naar keus die je kunt doen met dingen uit je neus. Een computer met grillen. Een potlood vol monsters. Een hoofd met een rits. Een ballade voor oma’s kast. Een versje om te rappen. Of een slaapliedje om niét in slaap te vallen. In Mijn mond eet graag spinazie maar ik niet is niets onmogelijk.

Frank Adams vrolijke poëzie is niet alleen bedoeld om te worden voorgelezen. De ritmische, prettig gestoorde versjes nodigen ook uit tot samen zingen, dansen, klappen en rappen.

Mijn mond eet
graag spinazie
maar ik niet

Witte saus
En groene brij.
Lepel leeg
En bord opzij.
Jodeladiehei!

Soms raak ik
van de wijs.
Ben ik niet
goed snik!

Soms ben ik even
Niet goed ik!

PERS

‘Originele en muzikale kinderverzen’

‘Vaak weet Frank Adam precies te verwoorden wat zich in zo’n klein hoofd afspeelt., en hij doet dat dan ook overtuigend. In het versje ‘Ik slaap niet graag’ is de herkenbaarheid groot door het slome en drammerige ritme waarin een klein kind zichzelf overtuigt van de nutteloosheid van ‘slapen’.  Je valt haast in slaap met de kleine zeurder.  Mooi.’

(De Morgen)

‘De gedichtjes op zich zijn fantastisch.  Ze weerspiegelen echt waar een kind allemaal mee bezig is.  Van het oude cliché van de waarom-vragen… tot grote zussen met blote borsten, tot tien dingen die je kunt doen met dingen uit je neus…  De teksten zijn grappig, met heel leuke pointes’

(Radio Klara)

‘Een soort fantasietjes die perfect aansluit bij wat iemand als Annie M.G. Schmidt heeft gemaakt’

(Kurt Van Eeghem , Radio 1)

‘Kinderversjes met een hoog humorgehalte waarachter de dichter zich als een stille genieter verschuilt. Versjes met vraagtekens voor weetgierige vraagstaarten: Waarom hebben kikkers/nergens haar,/en mensen wel?/(Hier en daar.) Kortom, versjes die je, ook als volwassene graag leest en nog liever luidop zegt en misschien het liefst zou zingen.

Vandaar dat de idee om er mee een podium op te stappen niet zo gek lijkt, want wat Adam schrijft zit boordevol verbeelding (de titel alleen al!), ritme en gevoel voor woordspeling.

(Theaterrecensent Roger Arteel, www.theatermaggezien.com)

‘In deze tweede bundel kleuterversjes van Frank Adam valt meteen weer de verrassende rechttoe-rechtaan aanpak op die de auteur deelt met de kleuters die centraal staan in zijn versjes.  Of ze nu gaan over kleine broer of grote zus, over de computer of oma’s kast, altijd treft de eigenzinnige kijk van het kleine kind op de wereld om hem heen.  Net als in de vorige bundel zal ook de rebelse houding heel wat kleine luisteraars aanspreken.

Alles samen een herkenbare bundel, met swingende versjes, beweeglijk en direct als de moderne kleuter voor wie ze bedoeld zijn.’

(Jan Van Coillie in Leesidee)

‘Mijn mond eet graag spinazie maar ik niet’.  Dat is een mondvol als titel, maar hij geeft ook helemaal weer welk soort versjes je hier te verorberen krijgt van Frank Adam.  Ze zijn bovendien heel prettig geïllustreerd door Kristien Aertssen.  …Lekker gestoorde versjes

(De bond)

Met ‘Ballade voor oma’s kast’, versjes om te rappen  en slaapliedjes om niét in slaap te vallen krijgt u van Frank Adam een heleboel nieuwe vrolijke versjes voor de kleuters.  U kan ze voorlezen, maar even goed samen zingen, dansen, klappen en rappen.

(Klasse)

Geprezen kinderpoëzie opent Jonge Snakenfestival in Brugge.

(Het Nieuwsblad)

Mocht je bedenkelijk kijken bij het woord poëzie, dan kun je bij Frank Adam op gang komen.  Hij geeft een inspirerende poëzieles waarbij swingen en zingen heel gewoon is.

(Hetty Looman, Organisator Kinderboekenmarkt Den Haag)