Pers: De zonen van Zurg (Theatermaggezien)

De vader als mytische slechterik.
De Werf, Zonen van Zurg (+ 10)

Tuur Devens, Theatermaggezien

Mist, spots van achteren. Twee schaduwfiguren verschijnen plots. Ze beginnen te fulmineren tegen al die brave tv-reeksen, films, series, soaps met de ‘goeien’ en superhelden die mensen uit het kwaad redden. Waarom nooit iets goeds over de bad guys?! Waarom nooit iets over Zurg?! En wie dat is, ontdekken we door de twee personages. Zij zijn namelijk de zonen van Zurg. Zurg is de mythische naam die ze op hun vader geplakt hebben. Wat hij echt gedaan heeft, zullen we niet te weten komen, maar wel weten we wat de zonen van Zurg over hem vertellen, fantaseren, spelen. We krijgen een heerlijk spel waarin realiteit, dramatische realiteit, en theater echt en onecht door elkaar rollen en over elkaar struikelen.

Na De Gans en zijn broer staan de broers Gert en Jo Jochems weer samen op de scène. Weer als broers, maar nu met hun echte namen. Ze spelen in de garage van hun vader een spel. In hun rode overalls die wat strak zitten, staan ze daar. De ene is inspecteur, die de andere ondervraagt. Ze onderbreken elkaar, vernederen elkaar, halen bijwijlen melige grapjes met elkaar uit. Maar het blijft leuk. Juist omdat alles goed getimed en gedoseerd is. Ze stappen herhaaldelijk uit hun rollen, spelen zichzelf (of niet?), gaan de slapsticktoer op, spelen hun rollenspel verder. Allerlei personages komen in hun verhaal erbij, het wordt spannender en gekker. Hoe komt het dat de rode Volvo direct na een onderhoudsbeurt in hun garage, na vijf en halve bocht verder verongelukt? De broers spelen de onderzoekers, de ondervraagden, de bijgehaalde experts. De puzzelstukjes van het verhaal lijken in elkaar te gaan passen, maar dan komen er weer nieuwe elementen. Is hun vader de incarnatie van het Kwaad? Dealde hij? Was hij een grote of kleine dealer? Saboteerde hij auto’s? Heeft hij een moord gepleegd? Maar steeds belangrijker wordt de vraag: Wat is er met moeder gebeurd? Moeder, die er niet meer is? Vormt haar afwezigheid de bron van alle (fantastische) ellende? Is zij dood? Gaat de vader dood? Sterven zij zelf ook in het spel?

Elk van de twee broers twijfelt aan het verhaal, en vooral aan de rol van de andere broer. Hilarisch deint hun verhaal uit in de lekker bizarre, bombastische en plastische tekst, die Frank Adam speciaal voor/over hen schreef. Ook zij zelf groeien, als personages, als broers. Zijn ze zichzelf, spelen ze zichzelf, spelen ze dat ze spelen? Dol rolt de dramatische realiteit over in realiteit, in theater, van echt naar onecht en weer terug. In een coaching van theatermaker Jorre Vandenbussche vertolken de broers met veel schwung en spelplezier de broers. Jo Jochems kan een huilgezicht opzetten als Stanley uit de dikke en de dunne, Gert struikelt over zijn eigen gespeelde stoerheid. Ze geven de technici aanwijzingen om geluiden te laten klinken die het gevoel moeten versterken, dan weer willen ze een streepje licht bij. Ze spelen in de theatercodes, ze spelen er ook mee, doorbreken ze, en ze weten dat spel schitterend te brengen. Met veel humor, en met een onderlaag van veel échte broederliefde. Heel mooi en aandoenlijk. Voor jong en oud.

Terug